Governance, onzekerheid en probleemoplossend vermogen in publiek-private samenwerkingsverbanden

Het creëren van waarde gebeurt vaak op het snijvlak van beroepen, instituties of activiteiten. Dat betekent regelmatig dat mensen van verschillende organisaties hierbij betrokken zijn, en in publieke sectoren betekent dit vaak een botsing van publieke en private partijen. Deze partijen opereren in een al dan niet georganiseerd netwerk, waarin gezamenlijk producten of diensten worden ontwikkeld. Een voorbeeld is beroepsonderwijs. Daarin werken docenten samen met werknemers van bedrijven om studenten de (nieuwste) technieken en vaardigheden aan te leren. Hetzelfde geldt voor een zorgbureau; daarin werken verpleegkundigen samen met de familie om de beste zorg te verlenen. Ook in R&D vindt dit plaats, in de botsing tussen wetenschap en commerciële ontwikkeling.

Deze vorm van netwerken botsen vaak met publieke instituties die relatief solitair opereren en een directe sturings- of governance relatie hebben met de (rijks)overheid. Zoals een school, ziekenhuis of onderzoeksinstituut. Deze sturing botst met de werkzaamheden van de docenten, artsen of onderzoekers. Sturing vindt namelijk plaats via hiërarchie en regels en procedures, terwijl de intrinsieke motivatie bij deze mensen ligt op het realiseren van impact: en dus vaak per definitie in het netwerk.

Deze botsingen zijn veel aanwezig; getuige nieuwsberichten over bureaucratische lasten, werkdruk en de onmogelijkheid van nieuwe regelgeving en wetgeving. Waarbij meestal diverse ‘vertaalslagen’ worden gemaakt door bestuur, directie, management en teamleiders.

Dat vraagt om een ander soort ‘governance’. Niet één gericht op regels en procedures (bureaucratie) of van bovenaf gestelde targets (new public management). Maar één gericht op de vraag: hoe kan je mensen die impact realiseren daadwerkelijk ondersteunen en stimuleren, vaak zonder dat je precies weet hoe dat bereikt moet worden en wat het precieze eindresultaat is. Immers, elke leerling (of zorgbehoevende, of…) is immers anders, heeft andere dingen nodig en heeft zijn eigen (te ontwikkelen) talenten. En de context waarin hij dat ontvangt verschilt meestal ook wezenlijk: soort school, regio, sociale omgeving, enzovoorts.

In het work-in-progress paper “Governance Regimes, Uncertainty, and Problem-Solving Capacity: Public- Private Partnerships in Dutch Vocational Education” kan je meer lezen over deze governance van onzekerheid en het verschil met bureaucratische en ‘new public management’ achtige governance vormen, en betreft de onderzoeksopzet voor mijn PhD (Engels).